Mevrouw woont in Groningen en heeft een zoon van 9 jaar. Hij zit in groep 6 en heeft taalondersteuning nodig. Zij vraagt of deze ondersteuning thuis kan plaatsvinden, aangezien haar dochter van 4 jaar oud, die een zwaardere vorm van autisme heeft, veel zorg vereist. De ondersteuning zal 1 keer per week zijn, gedurende periode van 3 maanden. De noodzaak hiervoor ligt in het feit dat mevrouw zelf niet werkt en er financieel geen ruimte is voor extra ondersteuning. De situatie is verergerd doordat meneer sinds een auto-ongeluk, en de daaropvolgende kosten, niet kan werken. Bovendien kan hun sociale netwerk, vanwege een taalbarrière, geen ondersteuning bieden.