Mevrouw vraagt hulp met het opruimen van de leefruimte (woon)keuken. Ze woont alleen en heeft COPD, is lichamelijk niet heel stabiel meer en is gauw moe. De spullen stapelen zich in huis op en mevrouw is het overzicht kwijt geraakt. Het ligt emotioneel ook heel gevoelig. Ze schaamt zich voor iedereen die een voet binnen huis zet. Ze wilt heel graag zelf alles aanpakken, maar dit gaat gewoonweg niet meer. De mensen om haar heen, haar netwerk, zijn allemaal al op leeftijd en kunnen haar om die reden ook niet echt meer helpen. Mevrouw kan keuzes maken. Het afvoeren van de spulen wordt door mevrouw zelf geregeld. Waarschijnlijk zal mevrouw alles wat weg mag op een bepaalde plek in huis verzamelen en brengt ze de spullen, wanneer ze zich daar goed genoeg voor voelt, zelf met haar auto naar de kringloop of het stort. I.p.v. ons aanbod om 2 keer een dagdeel te helpen, wil ze deze tijd verdelen in 4 x anderhalf uur. Deze keuze is gemaakt omdat ze een zwakke fysieke gesteldheid heeft en niet meer anderhalf uur hulp kan ontvangen. Mevrouw heeft geen financiƫle middelen in te kopen.